Nieuw Interreg-project beoogt “directe verbetering van de gezondheidszorg voor mensen in de Eems-Dollard regio” – focus op preventie en voorlichting over pijnaandoeningen
Hoe kan chronische pijn beter worden behandeld? Hoe kan deze pijn worden voorkomen? En hoe kan de kennis over preventiemogelijkheden worden verbeterd?
Het Nederlands-Duitse project “Pijn in de Eems-Dollard-Regio, een verborgen ziekte met uitgebreide gevolgen” wil deze vragen tot op de bodem uitzoeken.
Het grensoverschrijdende project wordt mogelijk gemaakt door EU-financiering van ongeveer 1,3 miljoen euro uit het subsidieprogramma Interreg VI A Duitsland-Nederland.
Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met het Universitair Medisch Centrum Oldenburg en het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Ook tal van andere Nederlandse en Duitse partners uit de gezondheidszorg, gemeenten en sportorganisaties zijn bij het initiatief betrokken.
“Pijnklachten worden onvoldoende herkend en vormen een groot probleem in onze regio”, zegt pijnonderzoeker Remko Soer van het UMCG. “Veel mensen praten er niet over en het probleem blijft onder de radar. Zonder de benodigde kennis lopen deze mensen echter het risico om ernstige chronische pijn te ontwikkelen,” zegt Soer.
Het project wil de juiste kennis over pijn overbrengen en de manier waarop ermee wordt omgegaan verbeteren. Dit begint bij de jongste doelgroep, kinderen op de basisschool. “Met behulp van interactieve lessen zullen we de kinderen leren over de functie van pijn, waarom het belangrijk is en hoe ermee om te gaan,” zegt Soer.
Naast voorlichting op scholen zal er volgend jaar ook een grote publiekscampagne worden gelanceerd, met onder andere video’s op sociale mediakanalen. Deze zal gericht zijn op alle bevolkingsgroepen, maar in het bijzonder op doelgroepen zoals jongeren, sporters en mensen met fysiek veeleisende banen (bijvoorbeeld werknemers op scheepswerven).
Het project is ook gericht op een betere begeleiding van patiënten. Remko Soer zegt: “We realiseren ons dat patiënten niet altijd hetzelfde goede advies krijgen als het gaat om pijn, pijnbestrijding en preventie.” Daarom worden professionals in de gezondheidszorg in het kader van het project getraind, zodat zij de juiste behandelingen of preventieve maatregelen kunnen aanbevelen. Specialisten uit de huisartsgeneeskunde, fysiotherapie, ergotherapie, verpleging en psychologie aan beide zijden van de grens zouden net zo veel baat moeten hebben bij dit aanbod als studenten geneeskunde.
Een van de doelen van de deelprojecten onder Nederlands beheer is om Duitse pijnpatiënten bijvoorbeeld in het Universitair Medisch Centrum Groningen te laten behandelen. Het academisch ziekenhuis biedt een zeer gespecialiseerde interventie aan om pijn te verminderen bij palliatieve patiënten bij wie zelfs morfine geen effect heeft. Als onderdeel van het Interreg VI project willen de deelnemers ook het netwerk van pijnspecialisten in de Eems-Dollard regio analyseren en een patiëntvolgsysteem ontwikkelen waarmee ze kunnen volgen welke medische diensten patiënten accepteren en met welk resultaat.
Het project is een samenwerking tussen zorginstellingen, gemeenten en sportverenigingen uit Drenthe, Friesland en Groningen en verschillende organisaties uit Noordwest-Duitsland. “We hebben samen al veel onderzoek gedaan en herkennen dezelfde problemen in onze regio – zelfs aan de andere kant van de grens. Mensen weten niet genoeg over pijn, ze nemen niet vaak genoeg contact op met zorgorganisaties – en als ze dat wel doen, krijgen ze niet altijd hetzelfde advies.
Soer is er zeker van dat grensoverschrijdende samenwerking ervoor zal zorgen dat beide partijen van elkaar kunnen leren.
“We zijn verheugd dat we met dit grensoverschrijdende project de gezondheidszorg voor mensen in de Eems-Dollard regio direct kunnen verbeteren,” zegt gezondheidseconoom Prof. Dr. Lars Schwettmann van het Cross-Border Institute of Healthcare Systems and Prevention (CBI), dat gespecialiseerd is in grensoverschrijdend onderzoek naar gezondheidszorg. Schwettmann onderzoekt hoe de geplande maatregelen in het kader van het project de gezondheidssituatie in de regio zullen beïnvloeden.
Het project loopt tot eind 2027.