In het INTERREG-project ‘‘Toekomstgerichte Spoedzorg‘‘ gaat het om samenwerken aan de grens in acute noodsituaties. Een patiënt met een spoedeisende zorgvraag moet zo snel mogelijk de juiste behandeling kunnen krijgen. Soms kan een ambulance uit het buurland sneller hulp bieden en ter plaatse zijn dan een ambulance uit het eigen land. De gezondheid van de patiënt staat voorop, maar door de grens zijn er nog wel uitdagingen die overwonnen moeten worden. Hoe kondigt een Duitse ambulance uit Kreis Borken bijvoorbeeld aan dat zij onderweg zijn naar de Spoedeisende Hulp van het MST in Enschede of hoe overwint een ambulancemedewerker de taalbarrière bij het verlenen van eerste hulp bij een patiënt die in paniek is?
In het Duits-Nederlandse grensgebied komt het regelmatig voor dat een patiënt beroep moet doen op zorg uit het buurland. Het nodig hebben van eerste hulpverlening komt altijd onverwachts, maar we bewegen ons voortdurend over landsgrenzen heen. Nederlanders tanken graag over de grens en op Duitse feestdagen stromen de Nederlandse winkelstraten vol. Om te zorgen dat medewerkers van Duitse en Nederlandse zorgverleners op elkaar ingespeeld zijn in noodsituaties en weten welke protocollen zij moeten volgen, hebben de projectpartners van ‘‘Toekomstgerichte Spoedzorg‘‘ trainingen opgezet om zorgverleners bekend te maken met potentiële acute gebeurtenissen.
Op 8 juni kwamen beleidsmedewerkers van zorgverleners en ambulancemedewerkers van reddingsdiensten bij de Feuerwehr- und Rettungsdienstakademie in Bocholt samen om elkaar te leren kennen en te oefenen met verschillende noodsituaties. Beleidsmedewerkers kregen te maken met simulatieoefeningen die eraan bijdragen dat de juiste keuzes gemaakt worden op momenten dat men te maken heeft met een gebrek aan tijd en middelen of wanneer de stressfactor erg hoog is. De simulatie zorgt ervoor dat medewerkers bewust worden van de eigen functie en de taken die daarbij horen en bovendien moet het de interactie tussen betrokken functionarissen bevorderen. Op spelende wijs leerden zij zo om gezamenlijk oplossingen te vinden. De ambulancemedewerkers van het Witte Kruis uit Nederland en das Rote Kreuz Borken gingen aan de slag met fictieve 112-meldingen, waarbij een Duitse en Nederlandse ambulancedienst beide ter plaatse kwamen. Geoefend werd o.a. hoe zij taken van elkaar over kunnen nemen en welke noodmiddelen zij gebruiken in bepaalde situaties. De protocollen die Duitse en Nederlandse reddingsdiensten naleven zijn niet 1 op 1 hetzelfde en dat zorgt ervoor dat er soms verwarring kan optreden op cruciale momenten, terwijl secondewerk in noodsituaties het verschil tussen leven en dood kan uitmaken. Na afloop van elke fictieve melding gaven de medewerkers elkaar feedback en wisselden ze ervaringen uit.
Bureau Acute Zorg Euregio heeft de leiding over het project en hecht er veel waarde aan om dit soort oefeningen op structurele basis te organiseren. De organisatie begon al eerder met dergelijke oefeningen in een vorig INTERREG-project, PREpare, waarin gewerkt werd aan het doel om de spoedzorg en voorbereidende rampenbestrijding in de EUREGIO te verbeteren door grensoverschrijdende samenwerking. Een regelmatige opfriscursus draagt eraan bij dat een patiënt met een spoedeisende zorgvraag overal in het Duits-Nederlandse grensgebied direct geholpen kan worden.
Het INTERREG V – project ‘’Toekomstgerichte Spoedzorg’’ wordt gefinancierd door de Europese Unie. Verder ondersteunen het Wirtschaftsministerium van Noordrijn-Westfalen, de provincies Gelderland en Overijssel het project. Als projectpartners zijn Bureau Acute Zorg Euregio en Stadt Bocholt (Feuerwehr- und Rettungsdienstakademie) betrokken bij het project.