Uit
onderzoek van de VN (FAO) is gebleken dat wereldwijd jaarlijks 200
miljard euro aan voedselproducten wordt verspild. Gebieden zoals de
Nederlands-Duitse grensregio zijn extra kwetsbaar voor deze trend door
hun sterk ontwikkelde voedingsindustrie. Binnen een samenleving als de
Europese Unie, die zich steeds meer richt op circulariteit, efficiënt
gebruik van hulpbronnen en koolstofvrije voedselproductie, is het
beperken van overmatige voedselverspilling als gevolg van bederf een
belangrijk speerpunt.
Een van de grootste uitdagingen bij het voorkomen van
voedselverspilling is microbiologische contaminatie. Bepaalde bacteriën
en schimmels in staat zijn om sporen te vormen die enorm resistent zijn
tegen pasteurisatie en op een later tijdstip het voedsel opnieuw kunnen
besmetten. Het proces om dergelijke verontreiniging op te sporen is
tijdrovend aangezien de huidige praktijk eruit bestaat om op geregelde
tijdstippen monsters te sturen naar een extern lab voor analyse. Het
duurt vaak meerdere dagen voor een contaminatie is opgespoord. Op dat
moment ligt het product vaak al in de winkelrekken of zelfs bij de
consument en is een terugroepactie noodzakelijk, met alle economische
gevolgen van dien. Een sensortechnologie die voedselproducenten in staat
stelt om naast de wettelijk bepaalde analyses ook intern op
routinematige wijze controles uit te voeren en daarbij contaminatie snel
op te sporen en in te dammen, zouden van onschatbare waarde kunnen zijn
voor de sector.
De afdeling Sensor Engineering van de UM heeft onlangs een
technologie die een oplossing kan bieden. Zij ontwikkelden immers recent
een sensortechnologie die in staat is microbiologische verontreiniging
op te sporen. In Senspores zal het departement Microbiologie en
voedselveiligheid van de Hochschule Niederrhein deze op labschaal
gevalideerde technologie verder door implementeren in de industrie met
behulp van het regionale MKB.