Rethinking Farming and Manure management (ReFarM) wil bijdragen aan duurzame landbouw door het ontwikkelen en implementeren van technologie die de valorisatie van dierlijke mest lokaal verbetert. De landbouwsector staat onder druk van de regelgeving en heeft de mogelijkheid om een sleutelrol te spelen in belangrijke duurzaamheidskwesties, vooral in het noordwesten van de EU. Noordwest-Duitsland en Nederland behoren tot de regio’s met de hoogste veedichtheid en mestproductie. Het ReFarM-project is gericht op het implementeren van technologische oplossingen om mest om te zetten in producten zoals alternatieve meststoffen, bodemverbeteraars en hernieuwbare energie. De teruggewonnen producten kunnen de huidige producten vervangen die afkomstig zijn van primaire bronnen zoals meststoffen uit de mijnbouw, organische substraten uit turfwinning en fossiele brandstoffen. Het lokale hergebruik van grondstoffen minimaliseert emissies en schade aan het lokale milieu, evenals bodemverontreiniging door de emissie-intensieve winning van primaire grondstoffen.
De alternatieven voor hergebruikte meststoffen en bodemverbeteraars zijn ontworpen om de gezondheid en functionaliteit van bodems te verbeteren, zodat bodems weerbarder zijn tegen klimaatverandering. Gezonde en goed functionerende bodems zijn essentieel voor landbouwactiviteiten. Naast landbouwdoeleinden beschermen gezonde en goed functionerende bodems ook het omringende milieu en oppervlakte- en grondwater. Het ReFarM-project is erop gericht om op mest gebaseerde terugwinningsproducten af te stemmen op de behoeften van de bodem.
Mestvalorisatie en aanverwante circulaire en duurzame praktijken creëren nieuwe inkomstenmogelijkheden voor kleine en middelgrote landbouwbedrijven. De grensoverschrijdende uitwisseling van best practices en valorisatieproducten voegt waarde toe en vermindert de financiële en regelgevende druk op de regionale landbouwsector. Het ReFarM project heeft als doel om nieuwe bedrijfsmodellen voor landbouw MKB’s te evalueren en om nieuwe scenario’s te vergelijken met de scenario’s die momenteel worden toegepast.
Dit leidt tot de volgende drie hoofdaspecten van ReFarM:
- Valorisatie van mest door duurzame biotechnologie
- Bodems versterken met terugwinningsproducten
- Duurzamer en eerlijker mestbeheer creëren
De landbouwsector is de belangrijkste doelgroep van het ReFarM-project, dat tot doel heeft mest duurzaam te verwerken en koolstof, voedingsstoffen en energie terug te winnen die de bodem en de hele landbouwsector versterken. De valorisatie van mest bespaart kosten en ondersteunt duurzame praktijken, waardoor de financiële en regelgevende druk op de sector wordt verlicht. De landbouwsector wordt in het consortium vertegenwoordigd door boeren en boerencoöperaties (MTS Broekroelofs, B.E.S. GmbH en Agricycling). De boeren die betrokken zijn bij het project zijn innovatief en vooruitstrevend, en zoeken actief naar duurzaamheid in hun bedrijfsvoering. Ze zullen de technologieën ter plaatse testen en de terugwinningsproducten toepassen in veldproeven. Het gebruik van de technologie en de voordelen voor de bodem kunnen ter plekke worden bekeken en uitgelegd door mensen uit dezelfde sector.
De landbouwsector is ingebed in de samenleving en brengt veel belanghebbenden met zich mee. Hoewel boeren de grootste belanghebbenden zijn, spelen regionale en nationale overheden, technologieleveranciers, milieu-instanties en -verenigingen, kennisinstellingen en de maatschappij in het algemeen een rol in ten minste één van de drie hoofdaspecten van ReFarM. Het ReFarM-consortium bestaat uit kennispartners met een achtergrond in watertechnologie, procestechniek, landbouw en analyse (Wetsus, Hochschule Osnabrück, Kompetenzzentrum 3N, Universität Duisburg Essen), technologiepartners in de verwerking van organische reststromen (Oosterhof Holman en Humus Guru) en een landbouwadviesbureau (DLV Advies).