In het Interreg VI-project Citylogistiek 2.0 wordt een nieuw concept ontwikkeld om de toenemende uitstoot in binnensteden terug te dringen. Dit betreft met name de zogenaamde KEP-industrie (koerier – express – pakket). In de toekomst zullen steeds meer klanten in steeds kleinere aflevereenheden op het eindtraject naar de eindklant worden afgeleverd. Naast hoge kosten zorgt vooral deze laatste kilometer ook voor veel verkeer.
Het doel van het project is dan ook het ontwikkelen van een innovatief, intelligent en duurzaam distributiesysteem, bestaande uit een energetisch zelfvoorzienende, mobiele mini-hub en een speciaal hiervoor ontworpen en nieuw ontwikkeld elektrisch voertuig – LEFV (Light Electric Freight Vehicle), die is gebaseerd op de energie die wordt opgewekt door de mini-hub. De hub wordt aangedreven door hernieuwbare energie. De minihub is modulair en gemaakt van duurzame bouwmaterialen en is tevens geschikt voor tijdelijk gebruik.
Dit zou een verdere stap zijn in de richting van het terugdringen van de uitstoot voor binnensteden en woonwijken: directe leveringen door de CEP-industrie met vrachtwagens of (diesel)busjes zouden niet langer nodig zijn. Deze wordt vervangen door klimaatneutrale bezorging via de minihub. Voor het transport naar de minihub worden rolcontainers gebruikt. Vervolgens bezorgen de LEFV’s de zendingen vanuit de minihub rechtstreeks bij de klanten.
Het innovatieve bijzondere kenmerk van dit project ligt in het holistische concept. Voor het eerst wordt een energie-zelfvoorzienende mini-hub gecombineerd met een nieuw ontwikkeld elektrisch voertuig. Het hoogtepunt: de automatische communicatie tussen de mini-hub en het voertuig vindt niet alleen plaats op het gebied van logistieke gegevens, maar ook op het gebied van energiebeheer. De voertuigen communiceren zelfstandig met de hub en sturen informatie over de laadstatus en de route. De hub meldt wanneer een laadpunt vrij is en berekent hoe lang de laadtijd zal zijn. Naast de conceptie van de mini-hub en de LEFV richt het project zich ook op de daadwerkelijke fysieke en structurele ontwikkeling ervan. Het resultaat is een mobiel gebouw, een functioneel voertuig en een daaraan gekoppelde innovatieve communicatie-interface. Het project zal daarom een testbare en tastbare infrastructuur bouwen die als showcase in het programmagebied beschikbaar zal zijn.
In het project Citylogistic 2.0 werken tien Duitse en Nederlandse partners over de grenzen heen samen. Begeleid door de New Energy Coalition uit Groningen en het Oldenburg Energy Cluster (OLEC) wordt in het Interreg-programmagebied een omvangrijke kennis- en technologieoverdracht gerealiseerd. De betrokkenheid van andere stakeholders – vooral uit de logistieke sector, maar ook met het oog op de lokale overheid – zorgt ervoor dat het concept ook overgedragen kan worden naar andere steden en gemeenten.
Als onderdeel van het project zijn er twee maanden durende exploitatie- en testfasen gepland in de zustersteden Groningen en Oldenburg. In Oldenburg zal de nieuwe woonwijk Helleheide op de voormalige vliegbasis worden gebruikt voor testoperaties. Het project Stadslogistiek 2.0 loopt tot en met 31 juli 2027.
Het totale investeringsvolume bedraagt circa 5,4 miljoen euro. Hiervan zal circa 2,8 miljoen euro beschikbaar worden gesteld vanuit het Interreg VI Duitsland-Nederland programma.
Het doel van het project is dan ook het ontwikkelen van een innovatief, intelligent en duurzaam distributiesysteem, bestaande uit een energetisch zelfvoorzienende, mobiele mini-hub en een speciaal hiervoor ontworpen en nieuw ontwikkeld elektrisch voertuig – LEFV (Light Electric Freight Vehicle), die is gebaseerd op de energie die wordt opgewekt door de mini-hub. De hub wordt aangedreven door hernieuwbare energie. De minihub is modulair en gemaakt van duurzame bouwmaterialen en is tevens geschikt voor tijdelijk gebruik.
Dit zou een verdere stap zijn in de richting van het terugdringen van de uitstoot voor binnensteden en woonwijken: directe leveringen door de CEP-industrie met vrachtwagens of (diesel)busjes zouden niet langer nodig zijn. Deze wordt vervangen door klimaatneutrale bezorging via de minihub. Voor het transport naar de minihub worden rolcontainers gebruikt. Vervolgens bezorgen de LEFV’s de zendingen vanuit de minihub rechtstreeks bij de klanten.
Het innovatieve bijzondere kenmerk van dit project ligt in het holistische concept. Voor het eerst wordt een energie-zelfvoorzienende mini-hub gecombineerd met een nieuw ontwikkeld elektrisch voertuig. Het hoogtepunt: de automatische communicatie tussen de mini-hub en het voertuig vindt niet alleen plaats op het gebied van logistieke gegevens, maar ook op het gebied van energiebeheer. De voertuigen communiceren zelfstandig met de hub en sturen informatie over de laadstatus en de route. De hub meldt wanneer een laadpunt vrij is en berekent hoe lang de laadtijd zal zijn. Naast de conceptie van de mini-hub en de LEFV richt het project zich ook op de daadwerkelijke fysieke en structurele ontwikkeling ervan. Het resultaat is een mobiel gebouw, een functioneel voertuig en een daaraan gekoppelde innovatieve communicatie-interface. Het project zal daarom een testbare en tastbare infrastructuur bouwen die als showcase in het programmagebied beschikbaar zal zijn.
In het project Citylogistic 2.0 werken tien Duitse en Nederlandse partners over de grenzen heen samen. Begeleid door de New Energy Coalition uit Groningen en het Oldenburg Energy Cluster (OLEC) wordt in het Interreg-programmagebied een omvangrijke kennis- en technologieoverdracht gerealiseerd. De betrokkenheid van andere stakeholders – vooral uit de logistieke sector, maar ook met het oog op de lokale overheid – zorgt ervoor dat het concept ook overgedragen kan worden naar andere steden en gemeenten.
Als onderdeel van het project zijn er twee maanden durende exploitatie- en testfasen gepland in de zustersteden Groningen en Oldenburg. In Oldenburg zal de nieuwe woonwijk Helleheide op de voormalige vliegbasis worden gebruikt voor testoperaties. Het project Stadslogistiek 2.0 loopt tot en met 31 juli 2027.
Het totale investeringsvolume bedraagt circa 5,4 miljoen euro. Hiervan zal circa 2,8 miljoen euro beschikbaar worden gesteld vanuit het Interreg VI Duitsland-Nederland programma.