De arbeidsmarkt in het Duits-Nederlandse grensgebied van de EUREGIO kent een tekort aan vakmensen die de vele natuurwetenschappelijke en technische vacatures kunnen opvullen. Om er voor te zorgen dat er in de toekomst meer mensen voor een baan in de techniek en natuurwetenschappen kiezen werd in 2017 het project MINT Lab auf Schlössern / in Kastelen, dat deel uitmaakt van het INTERREG Deutschland-Nederland programma, gestart. Door uitwisselingen in de vorm projectdagen en bezoeken aan elkaar in Nederland en Duitsland gingen scholieren aan de slag met wetenschappelijke experimenten. De projectpartners Andreas-Mohn-Stiftung, Regio Achterhoek, NEAnderLab gGmbH, de Stiftung Jugend & Schlösser en Team Nijhuis wilden met het project ervoor zorgen dat scholieren op jonge leeftijd al enthousiast worden van bèta vakken. Vorig jaar in maart moesten de laatste projectdagen die gepland stonden vanwege corona al afgezegd worden, maar deze zomer loopt het project officieel ten einde. Een film die terugblikt op het project kan via de volgende website worden bekeken: www.mint-lab.eu of www.andreas-mohn-stiftung.de.
De Andreas-Mohn-Stiftung uit Bielefeld nam het voortouw in het project en organiseerde samen met het zdi-centrum NEAnderLab uit Hilden in totaal meer dan 100 uitwisselingen tussen Nederlandse en Duitse schoolklassen op 16 historische locaties in Duitsland en Nederland, zoals het LWL Industriemuseum in Bocholt en Kasteel Twickel in Delden (NL). Deze locaties werden samen met de bijbehorende omgeving als onderzoeksobjecten ingezet.
Projectleider Sven Schaper van de Andreas-Mohn-Stiftung vertelt dat scholieren bijvoorbeeld de waterkwaliteit van het water rondom een kasteel bestudeerden en onderzochten hoeveel kleine dieren hierin leven. Hiervoor werden monsters uit het water genomen die met een microscoop werden geanalyseerd. Naast deze “wateranalyse” werden bijvoorbeeld ook de volgende cursussen door het zdi-centrum NEAnderLab ontwikkeld:
- Levensmiddelentechnologie, zoals een cola-analyse en winegoms maken
- Toepassing van bionica op vliegtuigen
- Duurzame vormen van energie door zelf energie op te wekken
Doel van het project was ook om naast de experimenten de scholieren kennis laten maken met het gemeenschappelijke Europees erfgoed en de buurtaal. ‘’Door het verleden hebben we veel gemeenschappelijke wortels en zijn we met elkaar verbonden als Europeanen. Het was erg spannend om dit te verbinden aan moderne wetenschappen en het bedrijfsleven in het EUREGIO-gebied’’, legt Eva-Maria Mohn van de stichting uit. ‘’Wij waren ook meteen enthousiast over het project, want het gaat niet alleen om het heden en het verleden, wij kijken vooral ook naar de toekomst en om samen in vrede vorm te geven aan een modern Europa. De bekende Duitse spreuk van August Bebel: Alleen degene die het verleden kent kan het heden begrijpen en de toekomst vormgeven. Dat hebben we in dit project echt gerealiseerd!’’
‘’Met kennismakingsspelletjes konden de scholieren meer over zichzelf vertellen en al snel raakten ze aan elkaar gewend en werd er in een combinatie van Duits-Nederlands en soms een beetje Engels met elkaar gepraat’’ vertelt Celine Wissmann, eveneens van de Andreas-Mohn-Stiftung. Celine Wissmann vond het ook erg leuk dat sommige scholieren elkaar op Instagram gingen volgen. Op deze manier bleven ze ook na de uitwisseling met elkaar in contact.
Bovendien werden bedrijven bij het project betrokken. Zij openden de deuren van hun bedrijf en gaven zo inzicht in hun moderne productie. De leerlingen konden zo ervaren hoe bèta/techniek in de praktijk werd gebracht. Daarnaast kregen de bedrijven de mogelijkheid om contacten met scholen en scholieren voor stages en opleidingen te leggen. ‘’We hebben veel bedrijfsbezoeken georganiseerd. De bedrijfsactiviteiten sloten altijd aan op thema’s die tijdens de uitwisselingen aan bod kwamen. We kregen onder andere een rondleiding bij een bedrijf dat zich bezighoudt met duurzame energieën. Zo konden de scholieren zien welke machines er worden gebruikt om duurzame energie op te wekken’’, vertelt Sven Schaper. ‘’Op deze manier leren scholieren veel nieuwe vakgebieden kennen die ze anders niet zo snel tegen zouden komen en misschien is 1 van de besproken thema’s wel zo leuk dat het perspectieven voor een toekomstige carrière biedt, zegt Celine Wissmann’’.
De officiële financiering van het project eindigde in juni 2021. De Andreas-Mohn-Stiftung zet zich in om ervoor te zorgen dat sommige scholen elkaar na de Coronapandemie weer opzoeken. De experimentele gebruiksvoorwerpen worden opgeslagen in Schloss Senden, waar een centrum voor jeugdeducatie wordt ingericht. De gebruiksvoorwerpen kunnen worden geleend om een MINT-dag te organiseren in Schloss Senden zelf of op een andere locatie in het EUREGIO-gebied.
Celine Wissmann licht toe dat ze een enquête hebben gehouden onder de leraren met de vraag of de scholen belangstelling hebben om zelf aan de slag te gaan met nieuwe uitwisselingen en de meesten waren hier voorstander van. ‘’Er waren veel toegewijde leraren die zelfs bereid waren in hun vrije tijd weer mee te doen aan een projectdag. Ze leefden echt voor de thema’s!’’, vertelt ze. Natuurlijk wil de Andreas-Mohn-Stichting ook in de toekomst scholen helpen, bijvoorbeeld door het programma te organiseren of door partnerscholen MINT-Lab te laten beleven op kastelen en burchten.
Het INTERREG VA – project ‘’MINT Lab in kastelen ‘’ werd gefinancierd door de Europese Unie. Verder ondersteunden het Niedersächsische Ministerium für Bundes- und Europaangelegenheiten, het Wirtschaftsministerium des Landen NRW en de provincies Overijssel en Gelderland het project.